Israël verbiedt islamitische gebedsoproep
In dit artikel:
Itamar Ben Gvir, de Israëlische minister van Nationale Veiligheid, heeft opdracht gegeven om de adhan, de islamitische gebedsoproep, via luidsprekers in moskeeën te verbieden. Ben Gvir verwijst naar de oproep als “onredelijke geluidsoverlast” die Joodse bewoners zou storen, en rechtvaardigt zijn maatregel als een noodzaak om geluidsoverlast en wetteloosheid aan te pakken. Dit verbod heeft geleid tot sterke verontwaardiging van Palestijnse politici en mensenrechtenorganisaties. Ahmad Tibi, een parlementslid van de Taal-partij, beschuldigt Ben Gvir van het aanwakkeren van religieuze spanningen en stelt dat de adhan zal blijven klinken, ongeacht het beleid.
Mensenrechtenadvocaat Khaled Zabarqa wijst erop dat het verbod verder gaat dan provocatie; het is een poging om de aanwezigheid van de moslimgemeenschap in het openbaar leven te ontkennen. Hij benadrukt dat deze acties de bredere visie van de Israëlische staat op haar Joodse identiteit weerspiegelen. Dit besluit benadrukt de aanhoudende pogingen van Israël om de rechten van Palestijnse burgers, met bijzondere nadruk op moslims, te beperken en roept vragen op over de religieuze en culturele vrijheden in het land.